De op afstand bestuurbare, kleine onderzeeërs zijn niet eerder op deze manier
ingezet, aldus Doug Suttles van BP zondag.

Het olielek ontstond dinsdag nadat zich een explosie had voorgedaan op het
Deepwater Horizon booreiland. Dat booreiland, ongeveer zo groot als een
voetbalveld, verdween twee dagen later in de golven.

Inmiddels is een olievlek van 1550 vierkante kilometer ontstaan. Het merendeel
van deze vlek is slechts een dun laagje, maar toch wordt gesproken van een
zeer ernstige vervuiling.

De robots moeten een zogeheten blowout preventer repareren. Dat onderdeel had
ervoor moeten zorgen dat een eventuele lekkage direct werd gedicht, maar
werkte niet. Als het niet lukt om dit onderdeel te herstellen, kan het
volgens Suttles nog wel twee tot drie maanden duren voor het lek kan worden
gedicht. In de tussentijd zou nog meer olie in zee terecht komen. Dagelijks
komt een hoeveelheid olie vrij die gelijk is aan duizend vaten.

Olie blijft op zee
Volgens wetenschappers en meteorologen ziet het er niet naar uit dat de olie
de komende drie dagen aan land zal spoelen. Dat is goed nieuws voor de
natuur van Louisiana, de Amerikaanse staat die langs de kust veel
moerasachtige gebieden heeft waar vooral vogels goed toeven. Daarnaast is
het voor de bergers makkelijker de olie te ruimen zolang het op zee drijft.

Vijf vliegtuigen en 32 schepen proberen de olievlek in de gaten te houden en
zoveel mogelijk op te ruimen. Op een aantal plaatsen zuigen schepen het
vervuilde water weg. Zeker 130.000 liter vervuild zeewater is al opgeruimd.
Ook zet BP chemicaliën in om de olievlek te lijf te gaan.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl